1. Agent
Het operationeel kader van de geïntegreerde politie bestaat uit politieambtenaren die in drie kaders zijn verdeeld: het basiskader, het middenkader en het officierskader. Deze politieambtenaren zijn
bevoegd voor de uitoefening van opdrachten van gerechtelijke en bestuurlijke politie. Het operationeel kader kan bovendien een kader van agenten van politie omvatten. De personeelsleden van dat kader worden agenten van politie genoemd. Ze zijn geen politieambtenaren, maar hebben wel een beperkte politiebevoegdheid.
Deze indeling is gebaseerd op verschillen op het vlak van bekwaamheden, verantwoordelijkheden, de aard en complexiteit van de uit te voeren opdrachten. Zeg maar: “De juiste persoon op de juiste plaats”. Deze verschillende kaders zijn toegankelijk voor personen van Belgische nationaliteit die voldoen aan de verschillende selectiecriteria voor elk kader.
Als agent van politie met je beperkte politiebevoegdheid leg je je vooral toe op verkeersopdrachten zoals de vaststelling van verkeersongevallen, verkeersregeling en -toezicht. Je houdt ook toezicht op de naleving van lokale politieverordeningen en je kan politieambtenaren bijstaan in bepaalde door de wet voorziene gevallen (zoals b.v. de fouille van personen).
Als agent van politie heb je de mogelijkheid om in één van de 194 korpsen van lokale politie te werken. De federale politie biedt geen werkgelegenheid voor deze categorie van politiemensen, met uitzondering van het detachement op de nationale luchthaven te Zaventem. 32 agenten van politie zijn er belast met verkeershandhaving voor de terminals van de luchthaven, met patrouilletaken in de Schengen-pier, met toezichtsopdrachten en met controleacties.
Bron: http://www.jobpol.be